Twee kratten Heineken staan al achterin de auto, kleren liggen gestapeld op ons bed en nu zitten we een uur voor zijn geplande vertrek samen op de bank in de huiskamer. “Ja het huisje is al betaald, ja je gunt het me heel erg en ja het is heel erg laatste moment. Zo kunnen we nog even doorgaan met praktische redenen opnoemen om wél te gaan, maar dat vráág ik niet. Ik ga de vraag nogmaals stellen: red je het alleen met drie kinderen dit weekend?” Hij klinkt bezorgd en licht geïrriteerd. Want, het duurt drie kwartier voordat ik een eerlijk antwoord over mijn lippen krijg: “Ik wil heel graag dat je thuisblijft, want nee ik zie het eerlijk gezegd niet zitten.” Alle voorbereidingen ten spijt. We zijn al een week bezig om ervoor te zorgen dat hij wél kan gaan; boodschappen in huis, maaltijden gepland en geen afspraken waarvoor ik de deur uit hoef. Hij staat op, geeft me een kus en pakt zijn telefoon. Terwijl hij bellend naar de keuken loopt hoor ik hem zijn vriend vertellen dat hij niet meegaat op vriendenweekend.
Verbinden met een rotgevoel
Het is makkelijker om door te ploeteren. Om te zeggen: “Joh, het gaat wel. Ga gewoon.” Weet je waarom? Dan hoef je je niet te verbinden met een rotgevoel. Niemand vraagt aan mij om me schuldig te voelen en toch doe ik het. En zo krijgt het weekend een wending. Op zaterdag even een frisse neus halen met z’n allen. Onwennig loop ik naast mijn lief terwijl ik de kinderwagen duw. In stilte kijken we samen naar de twee blonde koppies voor ons. Slingerend tussen de herftsbladeren op de Liezenweg: eentje op de rode loopfiets en eentje op de roze step. Ik visualiseer het geboekte huisje midden in het bos, in de buurt van Drunen en ik denk: de rest zit nu lekker een fikkie te stoken. Muziekje, hapje, drankje. Even geen vrouw en kinderen. Gewoon als mannen onder elkaar, zoals ze deden in hun studentenhuis destijds. Behalve hij. Hij is thuis. Een vlaag schuld waait wéér langs. Maar trots, dat is er ook. Want ik voel me ongemakkelijk EN ik ben trots dat ik eerlijk heb geantwoord. Dat hij er is als de situatie daar om vraagt. Dat we een team zijn samen. Dat we verbinden vanuit oprechte communicatie.
Niet onder de indruk van een pistool
Eigenlijk hebben we een lekker weekend. Als hij wél was gegaan had ik er nu heel anders bij gezeten. En dan niet als voorbeeldmoeder. Die zaterdagavond kijken we The Mule, met Clint Eastwood in de hoofdrol. Hij speelt een eenzame en oude man. Contact met zijn gezin heeft hij niet meer. Hij wordt de meest succesvolle ‘drugs-ezel’ voor een Mexicaans drugskartel. Zijn kracht is zijn onvoorspelbaarheid. Van een pistool is hij niet onder de indruk. Als hij een koningsvracht cocaïne à 12 miljoen dollar moet bezorgen wijkt hij af van de route vanwege een telefoontje van zijn kleindochter. Zijn ex-vrouw ligt op het sterfbed. Vanaf dan is hij ruim een week onbereikbaar; paniek in de Mexicaanse drugstent. Al snel heeft hij haar hand vast en zegt: “Ik houd meer van je dan gisteren en vandaag houd ik minder van je dan morgen.”
Overgeven aan datgene wat er onverwachts op je pad komt. Keuzes maken én dragen. Het levert – uiteindelijk- meer op dan het kost.
Bram zegt
Wow, je hebt talent!
Kristel Veltkamp zegt
Hoi Bram,
Txs!