Hij loopt de voordeur niet meer binnen. Ik ben er na 15 jaar aan gewend. En het kan plotseling steken. Als een vlijmscherp mes dat vliegensvlug door een onbewaakt moment snijdt. Mijn vader zou samen met mijn moeder Boer Zoekt Vrouw kijken. Hij liep van de woonkamer naar de keuken voor een tweede kopje koffie maar hij kwam niet meer terug.
Oktober 2005: Oude Stationsweg 14
Ik zit in mijn badjas naast de kist, nippend aan een kopje thee. Mijn vader ligt thuis opgebaard in de woonkamer. Naast de kist staat een glazen vaas met witte lelies. Ik heb sindsdien een hekel aan die bloemen. Het stuifmeel uit de stampers geeft lelijke vlekken. En ik vind het leven op dat moment lelijk, rauw en oneerlijk. Ik ben er boos op. Mijn vader was boer, at 12 boterhammen en 2 snee roggebrood per dag. Hij zong op het erf en in de koeienstal. Hij zwaaide naar iedereen die voorbij kwam als hij in de wei liep. En hij controleerde het oliepeil van zijn Case met de precisie van een vaatchirurg. In gedachten ga ik terug naar de laatste keer dat ik hem gezien heb, ongeveer een week daarvoor. En ik vraag me af: hoe was ons afscheid?
Zicht op mijn leven: tot en met mijn studentenkamer in Utrecht
En ik ga in gedachten van 2005 weer terug naar het nu. Ik blik terug op de afgelopen 15 jaar. Mijn vader heeft mijn studentenkamer in Utrecht nog gezien. Ik woonde boven de kroeg Kanaalzicht, in de wijk Lombok. En daar hield zijn zicht op mijn leven op. Het licht ging pats boem uit als het gaat om samen herinneringen delen. Juist die alledaagse dingen. Ik ontdekte toen dat ‘gewoon’ juist ‘buitengewoon’ is als iemand er niet meer is. En ja, ook de grote mijlpijlen.
Het appartement dat Dries en ik kochten in Arnhem en waar we gingen samenwonen. Hij maakte het niet meer mee.
Mijn eerste grote backpackreis door Guatemala, Mexico en Belize. Hij maakte het niet meer mee.
Mijn buluitreiking. Hij maakte het niet meer mee.
Weer terug naar Holten verhuizen. Hij maakte het niet meer mee.
Voor mezelf beginnen. Hij maakte het niet meer mee.
In zijn bandensporen op de brommer naar Kopenhagen rijden. Hij maakte het niet meer mee.
Drie keer vertellen dat ik zwanger was. Hij maakte het niet meer mee.
De geboorte van zijn drie kleindochters (de jongste drie van in totaal negen kleinkinderen). Hij maakte het niet meer mee.
En als er een god bestaat, dan dank ik hem op mijn knietjes. Mijn vader noemde de vader van mijn kinderen in enthousiast Sallands dialect ‘Iesseldiek’. Zij hebben elkaar nog meegemaakt.
Was mijn laatste doei wel doei genoeg?
Terug naar die ochtend in oktober 2005.
Ik zit nog steeds in mijn badjas bij de kist waarin mijn vader ligt, en ik nip aan mijn kop thee. Ik wil dieper in mijn gedachten wroeten dan ik op dat moment kan: ik moet erbij. Het moment waarop ik hem voor de laatste keer levend heb gezien. Ongeveer een week daarvoor. Mijn moeder zat al klaar in de auto, om me naar het station te brengen. Ik wilde de trein halen van 19.10 uur richting Deventer. Was mijn doei wel doei genoeg? Was ik niet te gehaast? Heb ik hem diep genoeg in zijn ogen aangekeken? Zei ik het wel met genoeg aandacht? Er valt een traan op de glasplaat van de kist. Ik kan het me niet meer zo goed meer voor de geest halen als ik zou willen.
Heb het leven lief.
5 april 1949 – 16 oktober 2005
anja bouwmeester zegt
Lieve kristel even een reactie op jouw blog kippenenvel weer mijn vader heeft voor 6 jaar geleden zelfmoord gepleegd van een brug afgesprongen in Almen een maand lang konden ze zijn lichaam niet vinden tot dat ie aanspoelde bij de haven van de aanleg in almen geen afscheid geen briefje niks dus ik had hem een dag van te voren nog gesproken en niks door zo zie je maar leef met de dag niemand heeft je morgen beloofd wees zuinig op je gezin en op zelf kus van mij anja bouwmeester
Kristel Veltkamp zegt
Lieve Anja,
Wat heftig! Inderdaad: leven met de dag, want niemand heeft morgen beloofd. Liefs, Kristel.
Marcel zegt
Mooi geschreven Kris, laten we het leven inderdaad lief hebben!
Kristel Veltkamp zegt
Dank je wel! En zo is het: laten we het leven lief hebben.