Op de camping in Laren (Gelderland) eerder dit jaar, stond ik – letterlijk in de stromende regen – oog in oog met de dip. We beleefden met ons gezin de climax van de peuterpuberteit van Josefien, precies dáár op de camping. In een oer-Hollands decor: loodgrijze luchten en lange broeken. Haar gekrijs als ze haar zin niet kreeg, haar NEE als standaard antwoord, het tegenwerken tijdens het verschonen, constant weglopen richting toiletgebouw om haar handjes te wassen. Heel gezond voor een tweejarige, maar dat was voor mij blijkbaar het druppeltje. En terwijl mijn emmer overliep stond ie dus zonder uitnodiging in de deuropening van onze caravan: de dip. Goed nieuws: ik heb de dip inmiddels afgezwaaid. Hij komt vast weer terug, maar I’ll cross the bridge when I get there. Daar houd ik me ook altijd aan vast: een dip gaat voorbij. En ook ik mag een dip toelaten, als moeder en als ZZP’er. Om vervolgens te doen wat op dát moment nodig is. Want ik ben een mens, geen Mega Mindy.
Oog in oog met de dip
Oog in oog dus, met de dip. Ik voelde het in mijn systeem: zeven jaar luiers verschonen en zeven jaar gebroken nachten. Natuurlijk multi-factor, ofwel binnen de context van leven & werk. Het verlangen naar de buitenlandse zon (de laatste zomervakantie in het buitenland was in 2018), een zolderverbouwing en de nasleep van een te volle agenda. Maar ja, de kater komt vaak later hè.
We zijn inmiddels een paar maanden verder. En ik ervaar nu zelf wat ouders met oudere kinderen tegen me zeggen: het wordt beter. En inderdaad het wordt beter: Josefien begint door te slapen (afkloppen op onbewerkt hout!), ze is verbaal-cognitief verder ontwikkeld. Haar woordenschat is enorm toegenomen, ze kan zich veel beter uitdrukken in woorden. Ik heb de afgelopen maanden heel bewust naar mijn agenda gekeken. Naar mezelf gekeken. Keuzes gemaakt. Wat ga ik wel doen en wat ga ik laten? Dat helpt enorm. Ik merk het in mijn hoofd. Er komt meer ruimte. Want eerlijk is eerlijk. Ik vind het wel een partijtje heftig hoor. Zwanger zijn, bevallen, kraamtijd, opnieuw je weg vinden. En dat drie keer. Het krijgen van een kind is toch wel een trendbreuk in je levenslijn. Een hele mooie, maar ook een hele intense. De combinatie van moederschap en ondernemerschap beschouw ik als een University of Life. Vanuit die mix, leer ik elke dag waardevolle lessen. Ik ben gegroeid als mens dankzij de mini-mensjes in ons nest.
ZZP’er Dillemma’s
Want weet je wat ik ook intens vond toen de dip me recht in mijn ogen aankeek? Het feit dat ik ZZP’er ben. Ik ben de toko en de toko, dat ben ik. Ik wilde graag goed werk leveren, me 110 % inzetten voor mijn opdrachtgevers. Maar het lukte even niet. Daar heb ik slecht van geslapen, over gepiekerd en om gehuild. Met knikkende knieën heb ik het besproken. Lastige gesprekken, waar ik nog regelmatig aan terugdenk. Was het nodig? Ja. Want als ik als een zombie was doorgegaan dan had niemand daar wat aan gehad. Mijn opdrachtgevers niet, mijn gezin niet en ik niet. En als de kinderen op bed lagen, liep ik te ijsberen in de keuken en zei ik gefrustreerd tegen Dries: “Ik ga weer in loondienst.” Waarop hij zei: “Je bent moe, je hebt rust nodig.”
Mens, geen Mega Mindy
Dat is het mooie van communicatie: de dialoog aangaan (daarom houd ik zo van mijn vak!). Ik ben blij dat ik in gesprek ben gegaan. Met mezelf, met de mensen met wie ik kan klankborden in mijn omgeving en met mijn opdrachtgevers. Want uiteindelijk maakt het geen zak uit of ik nou ZZP’er ben of in loondienst. Ik ben bovenal mens en geen Mega Mindy. En daar draait het om. Goed kunnen zorgen voor een ander – en dat wil ik – begint bij goed zorgen voor mezelf. Je kent het verhaal wel van het zuurstofmasker in het vliegtuig, nou dát dus.
Zingen onder de douche
En als mens kan ik zeggen: ik heb weer energie én zin om dingen te ondernemen. Ik zing weer onder de douche. En daar ben ik dankbaar voor. De dip? Die is weer voorbij. Hij komt vast terug, zonder uitnodiging. Wie weet weer op de camping. Als hij weer voor mijn neus staat, kijk ik hem recht in zijn ogen aan en zeg vastbesloten: “Beste dip, ik kan jou hebben. Ok, je raakt me, maar je loopt me niet omver.”
Geef een antwoord